Op de Rietvest leren we de leerlingen samenwerken. Dit doen we regelmatig door coöperatief leren. Kenmerkend voor coöperatief of samenwerkend leren is dat de leerlingen bij het uitvoeren van een leertaak met elkaar samenwerken. De klas wordt ingedeeld in kleine, heterogene groepjes.

In deze coöperatieve leergroepjes moeten zij met elkaar in gesprek gaan over de lesstof. Zo leren ze elkaar dingen uitleggen en wat ze geleerd hebben te delen. Zo leren de kinderen niet alleen van de juf, maar ook van elkaar.

Door regelmatig deze coöperatieve werkvormen in te zetten, zijn alle kinderen tegelijk bezig en hebben evenveel inbreng. Ook leren de leerlingen hoe ze elkaar aanspreken en feedback geven. Deze manier van werken is een mooie aanvulling op het lesgeven van de leerkracht.

Uit onderzoek blijkt dat de leerprestaties van leerlingen omhoog gaan als er regelmatig coöperatieve werkvormen ingezet worden. Daarnaast bespreken de leerkrachten de leerbehoeften van de leerlingen. Zo krijgen de leerlingen zicht op hun eigen manier van leren en onderwijsbehoeften.

In de klassen kunt u terugzien hoe het leren van de leerlingen zichtbaar gemaakt wordt. We spreken dan van een leerkuil waar de leerlingen doorheen moeten.

Op onze school zetten ook de onderbouwjuffen coöperatief leren met regelmaat in, zij hebben hier al enkele nascholingsmomenten gevolgd. Zo leren de kleuters al omgaan met deze werkvormen en wordt coöperatief werken en leren een doorgaande lijn in de school

In de klassen is te zien hoe het leren van de leerlingen zichtbaar gemaakt wordt. Zien leren doet leren. Als kinderen zien wat ze leren en het nut ervaren wordt de betrokkenheid groter en dat zorgt weer voor een grotere motivatie.

Voor de leerlingen is er sprake van een leerkuil waar ze doorheen moeten om te leren. ‘Doen wat je al kan’ is geen leren.